Het Brabants Dagblad pakt wederom groots uit over de optocht van Schaijk: Zomereditie Grote Moeslandse Optocht.
Een mooi artikel waar we als Moesland trots op kunnen zijn. Het volledige stuk zal ik hier plaatsen.
Duizenden carnavalisten vergapen zich aan zomereditie van de ‘Grote Moeslandse Optocht’ in Schaijk
Rijen-dik stonden carnavalisten zaterdagmiddag bij de zomereditie van de ‘Grote Moeslandse Optocht’. Carnaval in de korte bôks: een vreemde gewaarwording.
Hij kan zich wel vinden in het assonantieachtige predicaat ‘smeerweer’. Want ja, je verbrandt bij deze zonkracht vrij snel, weet Jan Albers, als EHBO’er van dienst bij de Schaijkse zomereditie van de ‘Grote Moeslandse Optocht’. En hij lacht bij het besef dat dat smeren ook die alcoholische variant kent.
,,Jij weet toch ook wel dat bier drinken in de volle zon harder aanpakt dan in een carnavalstent in de winter”, klinkt Jan retorisch. ,,Ben erg benieuwd wat dat later vandaag voor ons, de EHBO’ers van Schaijk-Reek, gaat opleveren. Nee, botbreuken en kapotte koppen door uitglijders in de sneeuw gaan we vandaag niet meemaken. En buitendorpse carnavalsvierders die vanwege de lengte van d’n optocht – die ze vooraf niet kenden – zijn overvallen door de kou, nee, die zullen we hier bij onze EHBO-wagen ‘De Trekpleister’ niet zien.”
Alle soorten en maten
’n Optocht van loopgroepen, groot en klein, van individuen en van wagens en dat in de volle lente. In een weekend waarin de ijsheiligen Bonifatius en koude Sophie eigenlijk nog een keertje met vrieskou zouden moeten toeslaan. Maar niks van dit alles. De zon regeert, de huid kleurt en de oksels klokken.
En juist nu dus die ‘Grote Moeslandse Optocht: carnaval in de korte bôks. Een vreemde gewaarwording is het zeker. En ‘n beetje brechtiaanse ‘verfremdung’ in een dorp dat ondanks het verlate tijdstip volop carnavalsgekte laat zien. Met zon-aanbiddende carnavalisten die zich rijen dik langs het parcours vergapen aan al het schoons, het verrassende, het lachwekkende en de vette knipoog naar het leven van alledag dat op zijn kop gezet wordt. Schaijk vierde eind februari wel carnaval, maar door de optocht ging een dikke streep.
Carnaval in mei, toch apart
,,We hebben allemaal moeten omschakelen”, weet ook prins Twan d’n Urste vlak voordat de opstoet aan hem en zijn prinses Manon zal voorbijtrekken. ,,Carnaval in mei, da’s apart en onwennig om ernaartoe te leven; dat gegeven zit niet in je systeem. Normaal gesproken is Moesmaandag de dag der dagen, nu is dat dus Moeszaterdag. Maar evengoed is het giga-druk. En ook zo’n andere datum went snel. Je wandelt de tent binnen, legt een paar muntjes op de bar en het is feest. En als je hier bij het begin van de optocht hoort vragen of er nog een aggregaat over is en of de worstenbroodjes er al zijn, nou, dan is de sfeer niet anders dan anders.”
Daarmee is de verse Moeskoningin, die vrijdagavond de bijpassende sjerp omgehangen kreeg, het roerend eens. Edoch, de koningin is dit keer – mét stoppelbaardje en zónder feestjurk – toch écht van mannelijke kunne. Twan van Heesch is de naam en sinds vrijdagavond de opvolger van Petra Potjes. De Schaijkse Reekenaar kreeg in feesttent ‘De Potter Moeshütte’ de meeste bloemenslingers omgehangen die bij weging hem de titel van Moeskoningin opleverden.
,,Ik heb vanmorgen met ‘n redelijke kater de sjerp met twee letters ingekort want dat koningin, nee, dat lag me toch niet zo. Ik had trouwens wel wat uit te leggen aan mijn vrouw Janneke toen ze die originele sjerp zag liggen. Heb haar ook opgebiecht dat ik niet wist dat een Moeskoningin zoveel moest drinken. Maar goed, ik ben weer topfit en ga nu trompetteren in de hofkapel”, lacht de Moeskoning en weg is-ie.
Andere weg, zelfde bestemming
Even verderop staan de winnaars van de twee laatste vóórcorona-optochten klaar om aan hun tocht door Moesland te beginnen. De dames en heren van Goei Geknoei zijn zeker geen knoeiers en bouwden de laatste maanden stug door aan hun imposante Vikingenverschijning. ,,Ik kan gerust zeggen dat we héél blij zijn dat we alsnog de optocht rijden”, jubelt Ivo Leenders.
,,De weg hiernaartoe was natuurlijk totaal anders. Maar we hebben het in de ouwe machineloods van Willy Toonen gered. En dat met heel wat minder stookkosten dan we ’s winters; da’s dan weer een voordeel. Nee, we zijn nu niet helemaal compleet: Damian en Kimberly vliegen zo dadelijk naar Kreta. En nee, het is geen uitgemaakte zaak dat we vanavond opnieuw te horen krijgen dat we de mooiste wagen bouwden. Spannend? Ja, wat dacht jij dan?”
Langs de kant van de weg is het zichtbaar genieten geblazen voor Schaijkse Miriam Loeffen, haar man Marco, zoon Jarno en goeie vriend Roel Wingens. ,,Ik vind het helemaal geweldig zo’n Braziliaans carnaval”, bezweert Miriam en showt haar kleurrijke hippieoutfit. ,,Je hoeft je nu vanwege het weer ook niet zo vaak om te kleden als je van buiten naar binnen en omgekeerd gaat. Trouwens, Marco draagt nu voor het eerst in tientallen jaren eindelijk geen koeienvel. En Jarno, nou ja, je ziet het: in onderbroek, met badjas en werklaarzen. Kan allemaal.”
Voor de prijsuitreiking moet dorstig Schaijk de loeihete tent vroeg in de avond verruilen voor dorpshuis De Phoenix waar het gerstenat wederom rijkelijk vloeit. Daar blijkt dat Goei Geknoei het moet afleggen tegen de combibouwers van Schôn Gekwakt en Vur Mekoar.
Bron: Brabants Dagblad
Foto’s: Van Assendelft / THOMAS SEGERS