De optocht heeft het zwaar, maar niet in Schaijk. Zo kopt het Brabants Dagblad vandaag. Een hele pagina over hoe het toch kan dat Schaijk, in tegenstelling tot andere dorpen, geen last heeft van corona en inflatie. Een mooi verhaal van journalist Roy van der Lee:
De optocht heeft het zwaar, maar niet in Schaijk: ‘Wat je hier leert, komt je hele leven van pas’
Terwijl de optocht overal lijkt te zuchten onder corona en inflatie, bloeit die van Schaijk als nooit tevoren. Honderden mensen leggen deze week de laatste hand aan veertien grote carnavalswagens. De levenslessen krijg je er gratis bij.
De kleine wondjes tussen zijn knokkels bewijzen dat het ruw werk is. Die eindeloze uren gaas knippen, rollen en op de juiste plek bevestigen op de wagen. Het is een prijs die Guus Sol (16) graag betaalt voor het kunstwerk dat naast hem aan het ontstaan is. Zelfs zonder verf is al goed te zien dat zijn CV We Zén Dur Ok Nog uitpakt met een wildwest-thema. Nu alleen nog te zien in de schuur van boer Wiel, volgende week midden in het dorp voor hun tweede deelname.
De wagen van de jongelingen wordt alleen door een groot zeil gescheiden van die van Goei Geknoei. De leermeesters, worden die ervaren bouwers aan deze kant van de boerenschuur liefkozend genoemd. Want regelmatig steken de prijswinnaars over om de jeugd de fijne kneepjes van het vak te leren. Daar krijgen zij de garantie voor terug dat er ook de komende decennia fanatiek wordt gebouwd in hun dorp.
Het leven in het klein
Zie daar in een notendop de succesformule die de Schaijkse optocht heet. Vaak ontstaan er op de basisschool al groepjes die tientallen jaren lang samen blijven bouwen. Niet om het prijzengeld, want dat is er niet. Maar omdat je altijd ten minste één plekje hoger wilt eindigen dan die verre neef, je buren of de voetbalvrienden.
,,Ik weet zeker dat wij in Schaijk tussen september en februari geen jeugdoverlast hebben. Niks, niente”, zegt Wouter Spijkers van carnavalsstichting De Moeslanden tijdens een tour langs verschillende bouwlocaties. ,,Want in die periode is iedereen binnen aan het bouwen. Wat je daar leert, komt je hele leven nog van pas. Je leert verantwoordelijkheid nemen voor jouw deel van de wagen. Je leert samenwerken, technische vaardigheden, goed omgaan met geld en omkijken naar je gemeenschap. Het is het leven in het klein.”
Groot ingekocht
In het dorp doen ze er dan ook alles aan om die traditie te koesteren. Zo zijn er tientallen workshops en krijgen nieuwe bouwers 555 euro startkapitaal. In de daaropvolgende jaren volgt nog eens 444 en 333 euro. Dat komt nieuwkomers CV Dè Hèdde Wellus goed van pas bij de aanschaf van hun eerste onderstel en draaiende onderdelen. Verf, ijzer en papier wordt in Schaijk centraal ingekocht zodat verenigingen altijd de laagste prijs betalen.
Door de inflatie heeft niemand zich laten tegenhouden. Door corona trouwens ook niet. Misschien werkt het in het dorp juist wel andersom. ,,Je hoort wel eens dat er vrijwilligers zijn afgehaakt in de laatste jaren, maar wij hebben juist zitten aftellen tot we eindelijk mee mochten doen”, zegt Sarah Spijkers van Dè Hèdde Wellus. ,,Sinds iedereen studeert, zijn we uitgevlogen over het hele land. Maar dankzij de optocht zien we elkaar nu weer bijna elke dag. Alleen daarom al is het de moeite waard.”
Terug in de schuur maakt boer Wiel zijn dagelijkse inspectierondje langs de bouwers. Met eigen ogen zag hij de wagens de afgelopen 35 jaar steeds groter, bonter en beweeglijker worden. En dan moet de drukste week nu nog komen, waarin alle onderdelen afgerond en in elkaar worden gezet. Zijn schuur lijkt dan net een crèche, als alle kinderen ook meekomen. Want alleen zo kunnen pa én ma helpen met het afronden van de wagen.
,,Die enorme betrokkenheid is fantastisch”, zegt Wouter Spijkers. ,,Dat is ook wat ik andere plaatsen altijd als advies meegeef, dat je die moet zien te creëren. Want dit is gewoon het mooiste wat er is. Toen ik jong was, zijn we zes keer achter elkaar tweede geworden met de optocht. De ontlading toen we daarna eindelijk wonnen, kan je je bijna niet voorstellen. Dat was gewoon magisch. Ik gun het iedereen om dat een keer mee te maken.”
Bron: Brabants Dagblad
Foto: © Van Assendelft Fotografie