De Tweede Kamer wil dat het ministerie van Onderwijs ‘structureel’ rekening gaat houden met carnaval bij het plannen van de voorjaarsvakantie. Het gaat dan vooral om de regio’s waar het carnaval ‘een diepgewortelde culturele traditie’ is. Dit jaar plande het ministerie de vakantie nog de week vóór carnaval, maar middelbare en basisscholen besloten daar massaal van af te wijken.
De oproep om de voorjaarsvakantie in ‘het zuiden’ met carnaval te plannen, kwam van de Kamerleden Marieke Wijen-
Nass (BBB) en Michiel van Nispen (SP). Hun motie kreeg bij de stemmingen brede steun in de Tweede Kamer.
Rekening houden
Scholen in onze provincie en Limburg hebben nu al de vrijheid om de voorjaarsvakantie in de carnavalsweek te laten vallen. Het ministerie stelt slechts per regio adviesdata vast, waar scholen van mogen afwijken. De indieners van de motie vinden dat dit “in de praktijk leidt tot onduidelijkheid en organisatorische uitdagingen”.
De Tweede Kamer legt de verantwoordelijkheid daarom bij het ministerie. Een betere afstemming zou moeten bijdragen aan “het behoud en de beleving van deze traditie zonder onnodige belasting voor onderwijsinstellingen en gezinnen”.
Gedoe
De afgelopen jaren was er meerdere keren gedoe met het ministerie van Onderwijs over carnaval. Afgelopen editie stond de voorjaarsvakantie gepland van zaterdag 22 februari tot en met zondag 2 maart. Brabantse en Limburgse scholen hadden de vrijheid om de vakantie een week naar achter te verplaatsen, maar merkwaardig en onhandig was het wel.
In 2023 lagen de carnavalsfederaties en scholen in het zuiden in de clinch met het ministerie over de doorstroomtoets van groep 8. De vervanger van de oude CITO-toets, moest in 2024 van het ministerie van Onderwijs afgenomen worden tussen 5 en 15 februari. En carnaval begon in het weekend van 10 februari. Bovendien zijn er in de week voorafgaand aan carnaval altijd speciale activiteiten, waaronder een carnavalsviering. En de week erna is het vakantie.
Felle reacties
Eerder zei voormalig minister Dennis Wiersma van Onderwijs dat carnaval maar verplaatst moest worden omdat het samenviel met de doorstroomtoets. Die uitspraak leidde tot verbaasde en geïrriteerde reacties bij Brabanders en Limburgers. Na felle reacties vanuit het zuiden nam hij deze uitspraak terug, maar de planning voor de doorstroomtoets bleef staan.
Ook zijn opvolger Mariëlle Paul, een geboren Geldropse, wilde in eerste instantie de periode waarin de toets kon worden afgenomen, niet wijzigen. Er moesten moties van zowel Provinciale Staten als de Tweede Kamer aan te pas komen om haar ertoe te bewegen een extra week voor de doorstroomtoets te geven.
Bron: Omroep Brabant